Drieluik over de digitale sprong, met hakken over de sloot 3/3

In deel 3 van de drieluik zal ik mijn ideeën uitlichten over zeg maar mijn oproep tot meer creativiteit en innovatie in het onderwijs.

Want is de digitale sprong nu echt gemaakt door iedereen? Of wordt de sloot toch elk jaar weer breder? Na 20 jaar digitalisering in het onderwijs springen we nog steeds met de hakken over de sloot. Er is wel progressie, maar de technologische ontwikkeling gaat gewoon sneller. Opnieuw staan de meest flexibele leerkrachten die de digitale sprong gemaakt hebben aan de overkant van de sloot te glimlachen. En die anderen? Staan zij nog aan de overkant? Doen ze poging om eerder kennis in praktijk te brengen? En komen ze met hakken over de sloot of halen ze een paar natte voeten.

Als we alle uitdagingen terugbrengen naar de cirkel van invloed, dan zouden leerkrachten moeten gaan nadenken over hun werkvormen. Welke zijn effectief en van welke zouden we afscheid kunnen nemen? Welke kleine stappen kun je nemen om met digitale middelen meerwaarde aan je onderwijs toe te voegen?

In de komende jaren zie ik 3 thema’s, die kunnen leiden tot verbetering van het huidige onderwijs. En het kan de kanteling van het huidige systeem zijn, waardoor leerlingen meer van bewust en autonoom leren en voorbereid worden op hun toekomstige samenleving.

1. Digitale geletterdheid is de motor

2. Blended Learning is gelijk aan overal en levenslang leren.

3. Techniek als complete leerschool

1. Digitale geletterdheid is de motor

Dat er een curriculum verandering nodig is, daar zijn ze het in onderwijsland al jaren over eens. Sinds 2018 heeft SLO de leerlijnen van Digitale Geletterdheid als bouwsteen uitgewerkt en zijn er scholen al mee aan de slag gegaan. De meeste scholen benaderen deze leerlijnen als kerndoelen terwijl het nog aanbodsdoelen zijn. Natuurlijk zou ik ook graag willen dat DG een meer verplicht karakter krijgt. Zodra er geen verplichting is, dan kiezen mensen voor de makkelijkste weg.

Zodra je Digitale Geletterdheid anders benaderd dan precies de leerlijnen volgen, aanbieden, toetsen en afvinken, dan zal Digitale Geletterdheid als een motor gaan werken. Zo wordt DG geen vak zoals je Rekenen, Taal en Spelling geeft, maar integreer je het in heel de schooldag. Dat is een veel organischere manier om met digitale middelen meerwaarde aan je lessen te geven. Zoals iedereen weet is er een verschil tussen kennis en informatie. Leerkrachten zorgen voor een veilige, rijke leeromgeving waar leerlingen in staat zijn om kennis op te doen. Die kennis is nodig om informatie via digitale wegen te kunnen zoeken en te beoordelen. Dus kennisoverdracht door een leerkracht blijft een centrale plek behouden. Toch zal de rol van de leerkracht meer gaan verplaatsen van leraar centraal naar leren centraal.

Een succesvolle werkvorm die ik het Montessori-, Jenaplan- en IPC-onderwijs zie, is het werken vanuit Onderzoekend en Ontwerpend leren. Je stelt een prikkelende vraag aan je leerlingen, waarmee ze volgens op een gestructureerde manier oplossingen bedenken en gaan onderzoeken en uitwerken. Zo kunnen leerlingen in de praktijk toepassen wat hun mate van taligheid en rekenkundigheid is. Je kunt opdrachten natuurlijk prima analoog benaderen en het is ook mogelijk doelgericht leerlingen digitale middelen te laten inzetten. Een makkelijke start is de presentatievorm niet op te leggen, maar te laten kiezen door de leerling. Zo heb ik een groepje leerlingen de Waterkringloop in Scratch zien uitleggen! Of die keer dat je de werking van een sluis laat bewijzen en het groepje kiest om een Microbit met sensoren en motoren te gebruiken.

Model Onderzoekend en Ontwerpend leren

Deze werkvorm vereist een flexibele manier van denken. De leerkracht competenties die hierbij horen kun je opdelen in verschillende niveau’s. Om optimaal de werkvorm van Onderzoekend en Ontwerpend leren te kunnen uitvoeren, zal een leerkracht aan niveau 3 moeten beheersen, hieronder aangeduid met 3 sterren

Leerkrachtcompetenties Digitale Geletterdheid

Waardering: 1 uit 4.
  • Minimale basis: instrumentele, media- en informatievaardigheden. Deze basis zal ieder leerkracht van onderbouw tot bovenbouw moeten beheersen om les te kunnen geven aan leerlingen.

Waardering: 2 uit 4.
  • Leerlingen opleiden tot digitaal geletterde mensen. Dit kun je methodisch aanbieden of zonder methoden.

Waardering: 3 uit 4.
  • Pedagogisch en didactische inzet van digitale middelen. Zoals eerder gezegd kan een leerkracht bepalen wanneer een digitaal middel een meerwaarde heeft voor het leerproces.

Waardering: 4 uit 4.
  • Ontwerpen van ICT-rijke leerarrangementen. Je verrijkt je onderwijs door de intrinsieke motivatie te bespelen met o.a. Gamebased learning of Gamefication. Denk aan Minecraft Education Edition inzetten met complete educatieve challenges.

Blended learning is gelijk aan overal en een levenlang leren

Wanneer er een goede balans is tussen fysiek en digitaal onderwijs, kun je spreken van Blended learning.

Wat is Blended learning niet?! In de media werd de term hybride onderwijs gelanceerd, waarmee eigenlijk ‘onderwijs op afstand’ bedoeld werd. Tijdens onderwijs op afstand ging men lesgeven via een laptop en camera alsof je fysiek lesgeeft in de klas. Het gevolg was een online les, die aan alle kanten afbreuk doet aan hoe kinderen / mensen leren. Dat wordt dus niet bedoeld met blended learning.

Blended learning moet je zien als een mix van fysiek en digitaal leren. We kennen een onderscheid tussen synchroon en asynchroon lesgeven.

Tijdens het synchroon lesgeven is er een groep leerlingen fysiek in 1 ruimte aanwezig en ze krijgt van een leerkracht les en tegelijkertijd is er een groep leerlingen de les online aan het volgen. In de ideale situatie is er tijdens deze werkvorm gedacht aan juiste cameravoering en microfoongebruik om de les goed te kunnen volgen. Naast de zichtbaarheid en verstaanbaarheid is er bij de lesopbouw nagedacht over visuele ondersteuning bij de instructie. En tot slot is de werkvorm gevarieerd met interactie tussen leerlingen en leerkracht of klassenondersteuner en wordt de tijdspanne goed in de gaten gehouden. In deel 1 vertelde ik al over het grote verschil van lessen tussen mijn middelste en mijn jongste zoon. Wordt een of meer van de bovenstaande elementen niet goed uitgevoerd, dan is de effectiviteit van de les aanzienlijk lager, is uit onderzoek gebleken!

Wanneer je kiest voor asynchroon lesgeven, dan vergroot je daarmee je de mogelijkheden in werkvormen. Belangrijk bij asynchroon lesgeven is dat de leerling tijd-, plaats en device onafhankelijk kan leren. In de basis is het lesmateriaal altijd beschikbaar en er is ruimte en tijd gereserveerd voor interventies. In de praktijk dit lesconcept al met een paar aanpassingen te integreren.

Bron: Vernieuwenderwijs.nl

Heb je vorig jaar ook instructievideo’s of tutorials gemaakt? En wat als je deze opnieuw beschikbaar stelt aan je leerlingen? Kijk hier nog even waar een tutorial aan moet voldoen. De meest bekende werkvorm van Blended Learning is Flipping the Classroom. Lesmateriaal staat klaar op een digitaal platform zoals Google Classroom of Microsoft Teams. Dat kunnen tutorials, pdf, readers, websites, podcast etc. zijn. Tijdens de fysieke bijeenkomst is de verwerking en zijn interactiemomenten. En dit is pas 1 lesconcept. Op de website Vernieuwenderwijs wordt gesproken over verschillende activerende lesconcepten waar je zelf weer een mooie mix van kunt maken. En de bijbehorende werkvormen en leerstrategieën zijn ook legio. Tot slot kijk ook eens kritisch naar je toetsmoment. Wanneer je gaat werken met Blended Learning zul je steeds meer van summatief toetsen naar formatief toetsen gaan of zoals Dominique Sluijsmans het noemt ‘Confetti toets methode’.

Bron: Lerarencollectief

Waarom Blended Learning voor de toekomst voordelen zou kunnen hebben?

Zoals ik al eerder beschreef zit het onderwijs in zwaar weer met grote problemen als lerarentekort en een grote groep oudgedienden die met pensioen gaan. En dan ook nog een waarderingsprobleem wat weer leidt tot een imago probleem van het beroep. Afgelopen maanden ben ik regelmatig in gesprek gegaan met besturen, ICT-coaches en leerkrachten om deze problemen ter sprake te stellen. Deze denktanken kwamen met interessante oplossingen waarbij ICT als middel worden ingezet en goed onderwijs centraal staat.

  • Een verkorte lesweek. Wanneer je elke dag een andere klas naar huis stuurt met een waardevolle onderzoeksopdracht, die je op een digitaal platform aanbiedt, dan kun je met minder personeel werken.
  • Werkdruk verlagen. Je verdeelt je energie op een andere manier door gebruik te maken van turorials, summatief toetsen, andere werkvormen en leerstrategieën.
  • Persoonlijke begeleiding. Je krijgt een goed beeld van het ontwikkelproces door persoonlijke interventies te doen en de leerling aan de hand van (zelfgekozen) leerdoelen te begeleiden.
  • Learning on the job. Een mooie term voor de theorie aan de praktijk verbinden en handelend te leren. Een groot deel van de leerlingen zijn namelijk praktisch lerend (hoofd, hart en handen). En dit is meteen een mooi bruggetje naar het volgende thema.

Voordat ik dat ga doen, opper ik ook om eens Uberiaanser te gaan denken. Uberiaans is afgeleid van dat bedrijf Uber. Je weet wel het grootste taxibedrijf ter wereld. En wat heeft dit taxibedrijf namelijk niet? … Precies, TAXI’s! Wat als je onderwijs zo zou bekijken. Dan zou het onderwijs met minder stenen af kunnen. Je ziet nu al veel scholen sluiten of voor bewoning omgebouwd worden. Of juist met kwalitatief betere gebouwen afgestemd op de behoeften van NU!

En laten we de trend van natuurlijke speelpleinen doorzetten naar een zelfvoorzienend systeem. In Rotterdam-Zuid leren kinderen groenten telen in hun eigen tuin, wat ze tussen de middag op school eten. De school als gesloten eco-systeem.

Techniek als complete leerschool

Promo VPRO Tegenlicht | De Nieuwe Elite

Waar we in de vorige eeuw onze leerlingen opleidden voor een baan in de industriële maatschappij, is er de afgelopen 30 jaar een kentering gekomen en leiden we nu op voor een kennismaatschappij. Het effect is dat er een onbalans is veroorzaakt en er neergekeken wordt op praktisch beroepen. Maar hoe gaan we bijv. de energietransitie te lijf zonder technisch opgeleide mensen? We zullen op school meer geïnteresseerd moeten krijgen in techniek, digitalisering, robotica en kunstmatige intelligentie.

In enkele scholen bieden ze naast Plusklassen ook Klusklassen. Wat begint met kleine onderzoekjes met stroomkringen leidt tot geautomatiseerde microcontrollers gekoppeld aan sensoren. Andere besturen investeren in techlabs of zoeken samenwerking met een technische MBO met een techlab. Het MAAK-onderwijs zou een fundement in je onderwijs moeten zijn. Astrid Poot met haar site LekkerSamenKlooien vindt het belangrijk dat kinderen niet alleen consumenten zijn, maar leren dat ze de wereld zelf kunnen inrichten. Dat ze onafhankelijke producenten kunnen zijn.

Zo vindt ze ook dat ieder kind zo’n 50 gereedschappen voor haar of zijn 12e jaar moet hebben gebruikt.

In de leerlijnen van Digitale Geletterdheid wordt het onderdeel Computational Thinking genoemd oftewel leren denken als een computer. Dat betekent meer dan leren programmeren. Dat gezegd hebbende, zien we echter in Groot-Brittanië dat programmeren al sinds 2015 in hun curriculum is opgenomen en worden de lessen in het VO een aantal jaren gegeven. Het effect dat we nu na een aantal jaren zien, is de toename van studenten bij technische opleidingen.
Programmeren in de klas vind ik wel belangrijk, maar het is niet volledig! Denk ook eens aan al het gemak van kunstmatige intelligentie in je eigen omgeving. Dat zijn sensoren die kennis baseren op data. Als ik naar de Albert Heijn ga en gebruik maak van een scanner, dan krijg ik direct bonusaanbieding op basis van mijn veelgekochte producten. Tegenwoordig krijg ik ook direct bonuskaart recepten, waar ik alle producten tegen korting kan kopen. Handig?! Maar gemak betaal je met je privacy. Dit is een makkelijk voorbeeld om de belangrijke plek van tech in ons dagelijks leven uit te leggen. Dat is niet de toekomst, maar dat is NU!

Wat ga jij nu doen?

Ik roep tot slot nogmaals op tot meer creativiteit en innovatie in het onderwijs. En ik hou me vast aan de 25% onderwijsmensen, die eigenhandig de verandering in gaan zetten om het onderwijs te laten kantelen. Ben jij dat ook?

Doe jij het anders? Ben je gestart met een initiatief? Heb jij een ruime digitale sprong gemaakt? Dan kom ik graag met je in contact via meesterralph@gmail.com