Wat wil jij later worden?

Iedere opa, oma, juf of meester heeft je ooit weleens gevraagd naar je toekomstplannen. Vaak worden er standaardantwoorden als brandweerman of piloot gegeven. Of het beroep van je vader of je moeder. Maar nooit hoor je iets als Costumer Succes Manager of Business Development Manager…

Waar wij in Nederland ons drukmaken over je status van je werk, leerde ik deze zomervakantie in de Portugese Algarve hoe je ook anders tegen de waarden van het leven aan kan kijken. Daar later meer over.

Ik heb vroeger ook lang vastgehouden aan mijn pilotendroom tot ik een brilletje kreeg. Daarmee kon je niet vliegen werd me verteld. In klas 6 vroeg mijn meester ook een keer naar onze toekomstplannen. Omdat ik eigenlijk altijd aan het tekenen was, antwoordde ik reclametekenaar. Dat leek me wel humoristisch en je zou er ook nog geld mee kunnen verdienen. Tijdens mijn middelbare schooltijd heb ik heel veel zitten te tekenen en illustreren (ook tijdens saaie lessen). Natuurlijk koos ik het vak Tekenen / Kunstgeschiedenis, waarbij ik veel meer mijn eigen stijl ging ontdekken. Het illustreren ging nog wel even door, zelfs toen ik een heel andere opleiding was gaan doen.

Maar hoe zit het tegenwoordig bij onze leerlingen en hun toekomstbeeld? Ik vind het wel interessant welke rolmodellen kinderen aanhouden ten opzichte van onze generatie. Wij hadden zonder internet alleen maar de televisie- en popmuziekcultuur. Zij maken via allerlei social mediakanalen met veel meer rolmodellen kennis. Dus onze leerlingen antwoorden op de vraag van oma of juf sneller met: Ik word influencer, make-up artist, gamer etc.

Heeft onze nieuwe technologie ons dan nu zover gebracht dat er een verschil ontstaat tussen een vak leren en werk doen om geld te verdienen? 


Rutger Bregman (Gratis geld voor iedereen) legt uit dat we als mensheid eeuwen lang een droombeeld / utopie hadden van het hoogst haalbare en dat was Luilekkerland. Daar waar de pannenkoeken aan de bomen groeien, de ganzen gebraden uit de lucht vallen en tijd in overvloed is. In de naoorlogse jaren zie je de economische groei zo enorm stijgen dat we wel kunnen concluderen dat we Luilekkerland hebben bereikt. Kijk maar om je heen, consumeren staat centraal in ons leven. Of je nu goedkoop, zoet, vet, zout voedsel kan kopen op iedere hoek van de straat of dat je spullen koopt die je niet nodig hebt, maar wel je goede gevoel bevredigt. Ons Luilekkerland is compleet!

En bij onze leerlingen staat dat consumeren meer centraal dan produceren. Bij het tv-programma Kopen zonder kijken zien we bijv. veel stellen die een enorme wensenlijst hebben voor een nieuwe woning, die niet allemaal te realiseren zijn. Het huis moet eigenlijk al instapklaar zijn, want ze zijn geen klussers, zeggen ze zelf. Zo laten ze bij hun zoektocht soms huizen schieten door een futiliteit als geen bad is of de kleur van de buitenmuren niet mooi zijn. Uiteindelijk volgt er op een kwart van het programma het ‘concessiegesprek’ met de makelaar, waar er daadwerkelijke knopen worden doorgehakt. En dit leidt veelal tot emotionele momenten.

Vroeger werd er nog weleens het spreekwoord gebruikt: Wie een dubbeltje is, die wordt nooit een kwartje! Maar tegenwoordig is de hele wereld maakbaar. Dus vragen we onze leerlingen wat ze later willen worden. We gaan er vanuit dat je alles kunt leren wat je maar wil. En we willen kansengelijkheid.

Bij het kunnen kiezen van werk, zoeken ook steeds meer mensen technologische oplossingen om plaatsonafhankelijk te kunnen werken. Het enige wat je nodig hebt is een goede internetverbinding en je laptop. Zo gaan avonturiers de wijde wereld in als Digital Nomad. Meestal zijn ze ZZP-er met het voornemen om een aantal uur per week te werken. En de andere uren hebben ze een reizend bestaan met een eigen vervoermiddel. Welke beroepen doen ze dan zoal, vroeg ik me af?
Om een indruk te geven welke moderne beroepen zich lenen voor een Digital Nomad moet je dit lijstje maar eens doornemen.

Wat is de waarde van werk, waarde van een vak leren en de waarde van leven?

In ons Luilekkerland is er iets wat we eerder wel hadden, maar nu niet meer. Namelijk een visie op de toekomst! Onze utopie dat leven op zijn best is als we voldoende werk, voldoende geld en dus voldoende eten hebben, dat is bereikt. Maar wat is dan nu nog ons doel? Gaan we nog meer consumeren en wanneer houdt dat op? Houden we deze manier van leven in stand of moeten we gaan nadenken over een andere waarde van werk? En telkens in ons achterhoofd hoe leren we dit onze leerlingen aan.

Stel je had 100 jaar geleden geleefd als zoon van de timmerman, dan wist je wat je voorland was. Je ging een ambacht leren om vakman te worden. Je kon daarmee je gezin onderhouden en een prima leven leiden. Wanneer je mocht gaan studeren en werd bijvoorbeeld leraar, dan kreeg je door je vak aanzien. Door de economische groei is het gelukt om iedereen de kans te geven om te gaan studeren. De kennismaatschappij was geboren! Maar heb je met je diploma of titel nu een vak geleerd of kun je alleen werk verrichten?

Leuke vraag tussendoor, hoeveel mensen ken jij met een bullshitbaan?

In ons Luilekkerland houden we nu een bepaald systeem in stand, maar kan het wel tegen een stootje? Momenteel is er geen personeel meer te vinden voor arbeidsintensief werk. Te weinig handen in de zorg aan het bed of in het onderwijs voor de klas. Te weinig mensen in de bouw, in de HORECA of op de luchthavens voor het zware werk. Dus als eerste zouden we weer vakmensen moeten opleiden. En waar technologie ons werk kan verlichten zouden we die kans niet moeten laten liggen. Wat blijkt er uit onderzoek, banen in de financiële markt bv banken die worden steeds schaarser. De meeste diensten gaan zonder tussenkomst van een medewerker. Een website of app handelt de aanvraag tot met uitvoering af. Wat zien we ook, hoger en midden management verliezen hun baan als er geen medewerkers meer zijn. Ook fabrieken kunnen door alle robotica op maat spullen produceren. In de MINI Cooper fabriek loopt er iedere 5 minuten een persoonlijk gecostumized model van de lopende band. Eigen kleur met Chrome accenten, andere velgen, getinte ramen etc.


Door de vraag van de klant zien we ook dat werk zich anders groepeert. Als een zwerm mensen met een eigen specialiteit. De samenstelling van de zwerm wisselt regelmatig naar gelang van het project. We zullen een trend zien van steeds meer lokalisering na de eerdere globalisering. En tech gaat ons daar in ondersteunen. Denk aan online aangeboden scripts met ontwerpen en bouwtekeningen, die je via je eigen lokale 3D-printerhub laat maken.

Maar stel je nou eens voor in ons Luilekkerland dat je leuk werk hebt en met voldoende geld. Waar word jij nou gelukkig van? Mag ik raden? Ik denk dat jij ergens gelukkig van wordt, dat niets met je werk te maken heeft. Vaak heeft het te maken met interacties met andere mensen. Dat kan natuurlijk op vele manieren en in allerlei vormen. Je waarden van het leven vorm je aan de hand van je status van geluk. En hoe zit dat met jou als leerkracht? Beschouw jij lesgeven als werk of is leerkracht zijn een vak? Wanneer krijg jij een gelukkig gevoel? Ik krijg een gelukkig gevoel als er een leerproces op gang komt. Wanneer de leerling nieuwsgierige vragen gaat stellen en eigen creatieve oplossingen bedenkt. En als ik een leerling nog meer mogelijkheden kan laten ontdekken.

Zo, kom ik nu terug op mijn vakantie in de Portugese Algarve. Mijn zwager woont daar nu alweer meer dan 20 jaar. Hij gaf toendertijd zijn baan als medisch technicus in het WKZ op en vertrok met een tentje in zijn backpack. Hij leerde een jaar eerder in Algarve mensen kennen met een andere levenstandaard en lage tijds- en werkdruk. Hij vestigde zich en met een beetje financiële hulp kon hij een stukje land kopen. Mijn zwager bedacht dat hij volledig zelfvoorzienend wilde zijn in water, elektra en riolering. Met zijn windmolenwokkel en solarpanelen, watertank van 12.000 liter en een ‘fossa’ realiseerde hij eigenhandig een basis.

Ondertussen leerde hij door zijn Portugese les veel meer mensen kennen. En dan gebeurt er het volgende, je wordt opgenomen in de gemeenschap. De community helpt elkaar en zorgt voor elkaar. Zo kreeg hij ook werk aangeboden, van klusjes tot conciergewerk van sharetime appartementen. Een paar jaar geleden woedde er een grote bosbrand door hun vallei en verwoestte o.a. het huis van zijn vriendin en haar kinderen. Iedereen schoot te hulp met blussen en naderhand met spullen doneren. Zij besloot bij mijn zwager te gaan wonen. Hij bouwde voor de kinderen een apart chalet van gekregen materialen. En deze zomer gingen ze trouwen en gaven een fantastisch feest waarbij de hele community uitgenodigd was. 150 prachtige paradijsvogels! Wat mij zo opviel is, dat daar geld en werk een minder belangrijke rol speelt. Is levensgeluk dan eigenlijk het hoogst haalbare doel?

Als je door de economische groei de kans krijgt om te leren wat je wil leren en dat je door de technologie kan werken op ieder plek waar je maar wil, wat moet je dan nog meer weten en kunnen in het leven? Je zou in staat moeten zijn om mensen in je naaste omgeving te helpen, assisteren, begeleiden, verzorgen. Met je beide handen. Pragmatisch!